𝐀𝐮𝐭𝐢𝐬𝐦𝐞
𝐞𝐧
𝐬𝐨𝐥𝐥𝐢𝐜𝐢𝐭𝐚𝐭𝐢𝐞𝐬:
𝐰𝐢𝐣𝐬
𝐨𝐦
𝐞𝐫
𝐨𝐩𝐞𝐧
𝐨𝐯𝐞𝐫
𝐭𝐞
𝐳𝐢𝐣𝐧?
Het is een bekend
dilemma waar veel mensen met autisme mee worstelen: moet je bij een sollicitatie open zijn over je diagnose? Op papier lijkt het een logische keuze. Openheid schept duidelijkheid en biedt ruimte voor begrip en eventuele aanpassingen. Werkgevers zeggen geregeld: "𝐿𝑎𝑎𝑡 ℎ𝑒𝑡 𝑣𝑜𝑜𝑟𝑎𝑙 𝑤𝑒𝑡𝑒𝑛, 𝑑𝑎𝑛 𝑘𝑢𝑛𝑛𝑒𝑛 𝑤𝑒 𝑠𝑎𝑚𝑒𝑛 𝑘𝑖𝑗𝑘𝑒𝑛 𝑤𝑎𝑡 𝑒𝑟 𝑛𝑜𝑑𝑖𝑔 𝑖𝑠." Dat klinkt uitnodigend, en in het begin voelt dat vaak ook zo — als een warm en veilig welkom.
Maar in de praktijk blijkt die veiligheid soms
broos.
Want wat gebeurt er wanneer er zich later —
weken of maanden na indiensttreding — een miscommunicatie voordoet, of een
opmerking verkeerd valt? Iets wat iedereen kan overkomen, autisme of niet.
Wordt dat dan tóch anders beoordeeld bij iemand die aan het begin van het
dienstverband eerlijk was over zijn of haar neurodivergentie?
Er zijn voorbeelden genoeg waarin dat het
geval blijkt. Een opmerking die binnen de context van een gesprek logisch leek,
wordt ineens geïnterpreteerd als sociaal onhandig of ongepast. Niet zozeer
vanwege wat er gezegd werd, maar vanwege
wie het zei — iemand met autisme. De
diagnose, ooit bedoeld om wederzijds begrip te bevorderen, wordt dan een lens
waardoor álles bekeken wordt. Elke misstap, hoe klein ook, wordt gezien als
‘typisch autistisch gedrag’.
En dat roept de vraag op: 𝐢𝐬
𝐨𝐩𝐞𝐧𝐡𝐞𝐢𝐝
𝐝𝐚𝐧
𝐧𝐨𝐠
𝐰𝐞𝐥
𝐝𝐞
𝐯𝐞𝐫𝐬𝐭𝐚𝐧𝐝𝐢𝐠𝐬𝐭𝐞
𝐤𝐞𝐮𝐳𝐞?
Tegelijkertijd kleven er ook risico’s aan het
verzwijgen van een diagnose. Zonder context kan gedrag verkeerd geïnterpreteerd
worden, en zijn er geen aanknopingspunten voor maatwerk of ondersteuning. Er
bestaat dan het gevaar dat iemand overvraagd wordt, of afgerekend op zaken waar
wél begrip voor had kunnen zijn — als er maar openheid over was geweest.
Het is een lastige afweging, zonder eenduidig
antwoord. Enerzijds is er het ideaal van een inclusieve arbeidsmarkt, waarin
neurodiversiteit wordt gewaardeerd. Anderzijds is er de realiteit van subtiele
vooroordelen, stigmatisering en het risico dat een diagnose een stempel wordt
in plaats van een brug.
𝑴𝒊𝒔𝒔𝒄𝒉𝒊𝒆𝒏
𝒊𝒔
𝒅𝒆
𝒌𝒆𝒓𝒏𝒗𝒓𝒂𝒂𝒈
𝒏𝒊𝒆𝒕
𝒐́𝒇
𝒊𝒆𝒎𝒂𝒏𝒅
𝒛𝒊𝒋𝒏
𝒐𝒇
𝒉𝒂𝒂𝒓
𝒂𝒖𝒕𝒊𝒔𝒎𝒆
𝒎𝒐𝒆𝒕
𝒃𝒆𝒏𝒐𝒆𝒎𝒆𝒏
𝒃𝒊𝒋
𝒆𝒆𝒏
𝒔𝒐𝒍𝒍𝒊𝒄𝒊𝒕𝒂𝒕𝒊𝒆,
𝒎𝒂𝒂𝒓
𝒉𝒐́𝒆
𝒆𝒓
𝒗𝒆𝒓𝒗𝒐𝒍𝒈𝒆𝒏𝒔
𝒎𝒆𝒆
𝒐𝒎𝒈𝒆𝒈𝒂𝒂𝒏
𝒘𝒐𝒓𝒅𝒕.
Wordt die openheid structureel omgezet in vertrouwen, of blijkt
het in de praktijk een risico voor iemands geloofwaardigheid?
Zolang dat laatste nog voorkomt, blijft het
een kwetsbare beslissing. Wat in het begin voelt als veiligheid, kan later
omslaan in veroordeling. En zolang dat zo is, blijft het een begrijpelijke
vraag: is zwijgen soms veiliger dan vertellen?
Reacties
Een reactie posten